Bomen
“Méér bomen langs wegen buiten de kom en toegangswegen”. Bomen vertolken microklimatologische waarde, waardoor ze zorgen voor enkele graden verkoeling. Zij binden CO², zware metalen, fijnstof en vluchtige organische deeltjes en produceren zuurstof. Kortom, ze zijn van grote waarde voor de luchtkwaliteit. Andere functies zijn bijvoorbeeld psychologisch (rustgevend, geluiddempend), vormgevend en stedenbouwkundig, schaduwfunctie en windkering.
Al in het vorige groenstructuurplan is geadviseerd om langs wegen in buitengebied en toegangswegen meer bomen aan te planten. Voor een gedeelte is dat uitgevoerd maar op veel meer plaatsen ontbreken nog steeds bomen. Door de aanplant van veel (verschillende soorten) bomen kan een beter klimaat ontstaan en kan een flinke bijdrage geleverd worden aan de uitbreiding van de biodiversiteit. Daarbij kan gedacht worden aan bomen en struiken die in de late zomer of najaar bloeien (honingboom, bijenboom, Chinese linde), in een tijd dat er voor honingbijen relatief weinig te halen is.
Belangrijk is een zorgvuldige aanplant van bomen. Door te zorgen voor optimale standplaats en groeiomstandigheden volstaat een geringer aantal bomen, die vanwege de groeiplaats- omstandigheden een grote levensverwachting hebben.



