Ziektes en plagen
Vooral bomen met een verminderde kwaliteit zijn kwetsbaar voor allerlei ziektes en plagen. Stedelijke omstandigheden resulteren vaak in een mindere kwaliteit van de boom zelf, reden om extra aandacht te schenken aan ziektes en plagen. Zij variëren tussen het geven van enige overlast tot het volledig afsterven van de boom. Afhankelijk van het risico voor de gebruiker van de openbare ruimte en/of de mate van overlast kan de gemeente ingrijpen. Hierna volgt een (niet limitatief) overzicht van ziektes en plagen waarvan het voorkomen in Venray realistisch is.
Massaria
Een schimmelziekte bij platanen die takken in het onderste of binnenste deel van de kroon aantast. Hierdoor ontstaat het risico op uitbreken van takken. Extra waakzaamheid en verslaglegging door de boomverzorger (inspectie met hoogwerker) is geboden. Er bestaat nog geen geschikte bestrijdingsmethode.
Eikenprocessierups
Vanwege de vele eiken die de gemeente Venray rijk is (zomereik: 11466 stuks) ligt overlast door de rups van deze nachtvlinder voor de hand. De overlast ontstaat met name door de vele brandharen die vrij komen en voor jeuk, huiduitslag, irritaties aan de luchtwegen en ogen kan zorgen. Bestrijding gebeurt tot op heden door het wegzuigen van aanwezige nesten op de meest intensief gebruikte locaties. Andere methodes, zoals bestrijding met biologische middelen, worden betwist vanwege het minder selectieve effect en omdat het om symptoombestrijding gaat. Voorkomen is bijzonder lastig.
Volledig voorkomen op een wijze waarmee de processierups direct een halt wordt toegeroepen is bijzonder lastig, maar kan uitgesmeerd worden over enkele jaren, waarmee de druk steeds afneemt. Hierbij worden de bermen met de meest overlast gevende zomereiken (drukke locaties) ingezaaid met bloemenmengsels. De bloemenmengsels trekken insecten aan, waaronder natuurlijke vijanden van de processierups (o.a. de gaasvlieg). In Nederland lopen momenteel enkele proefprojecten met voorlopig positieve resultaten. Met genoemde methode is tevens de vergroting van de biodiversiteit gediend.
Schimmelaantastingen
Slechts enkele soorten binnen het geheel van schimmels in ons land zijn parasitair voor de bomen. Het gaat bijvoorbeeld om reuzenzwam, echte tonderzwam en echte honingzwam. Bij aantasting door schimmels is het van belang dat vastgesteld wordt om welke soort het gaat en in hoeverre sprake is van verhoogd risico voor de omgeving, bijvoorbeeld vanwege tak- of stambreuk. Aantastingen op grote schaal kunnen worden voorkomen door zorg te dragen voor goede groeiplaatsomstandigheden.
Aziatische boktor
Sinds enkele jaren is dit insect in Nederland aanwezig. Bestrijding geschiedt onder regie van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) en is te omschrijven met de term ‘rigoureus’. De boktorren vreten lange, ovalen gaten in de houtachtige gewassen (bij voorkeur esdoorns) waardoor het gewas ernstig wordt verzwakt.
Kastanjemineermot
De larven van de kastanjemineermot voeden zich met bladgroen, waardoor doorzichtige plekken in het kastanjeblad ontstaat. Het blad verdroogt en valt af. Op termijn kan dit groeistagnatie tot gevolg hebben, omdat het groeiseizoen minder lang benut kan worden. Bestrijding kan, maar is niet noodzakelijk. De aantasting lijkt zich vaker te openbaren bij bomen met een verminderde conditie.
Bladvlekkenziekte
Deze ziekte komt voor bij platanen en is niet schadelijk voor mens en dier. De schimmel zorgt voor verdorring van het jonge blad. Bij ernstige aantasting lijkt het alsof de herfst al is ingetreden. De schade voor de boom is beperkt, omdat de plataan nieuw blad vormt. Bestrijding is niet noodzakelijk.
Kastanjebloedingsziekte
De kastanjebloedingsziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die ervoor zorgt dat het voedseltransport in de boom wordt afgesloten. Het gevolg is dat bladeren en grote delen van de kroon verleppen en zelfs afsterven. Door deze verzwakking krijgen secundaire aantastingen, zoals echte honingzwam, de kans te parasiteren. Ook voor de kastanjebloedingsziekte geldt dat er nog geen afdoende bestrijding mogelijk is en dat de aantasting minder snel optreedt als de boom gezond is.
Iepenziekte
Iepenziekte is makkelijk te herkennen door verwelking in combinatie met geel- en bruinverkleuring van het blad. Een schimmel is de oorzaak van de ziekte. De larve van de iepenspintkever verspreidt de schimmel. Besmette bomen kunnen de ziekte aan gezonde iepen doorgeven via hun wortelgestel. Zieke iepen worden direct verwijderd om verspreiding te voorkomen. Toepassen van resistente soorten maakt de iep weer tot een zeer geschikte boom binnen stedelijk gebied.
Essentaksterfte
Sinds 2010 in het land: de essentaksterfte. De schimmelaantasting veroorzaakt afstervende takken; bij een ernstige aantasting kan de boom helemaal afsterven. Er is momenteel geen geschikte bestrijdingsmethode. Een samenwerkingsverband van Wageningen University & Research (WUR), Terra Nostra, Kopinga Boomadvies en BTL Bomendienst heeft geleid tot een protocol hoe om te gaan met de aantasting, die zich in den lande enigszins lijkt te stabiliseren. Gebruik van resistente soorten wordt geadviseerd bij nieuwe aanplant. Ook hier geldt dat bomen met een goede conditie minder vaak hinder ondervinden van de ziekte.
Luizen
Met name lindes kunnen in de zomer overlast geven door luizen. De luizen scheiden een zoete, plakkende stof af die hinderlijk kan zijn voor autobezitters en omwonenden. Belangrijk is om goed te overwegen of een aan te planten linde niet direct naast parkeerplaatsen staan. Eventueel kan een lindesoort gekozen worden die een mindere luisbezetting heeft.
Concluderend kan gesteld worden dat het aanplanten van lanen met één en dezelfde boomsoort in het verleden diverse keren tot problemen heeft geleid, met grote gevolgen voor veel groenstructuren. Iepenziekte, kastanjebloedingsziekte en nu de essentaksterfte laten zien dat het beter is om een veel grotere variatie in soorten aan te planten. Als een ziekte of aantasting uitbreekt, dan valt niet een gehele laan en/of een hele groenstructuur weg.



